NAAIMACHINE / OVERLOCK
De genoemde voetjes zijn niet altijd op voorraad en passen niet op elke machine.
Voor de overlock
Bandvoet (Taping
foot) Deze speciale naaivoet is om band op te naaien. Op stretchstoffen (breiwerk) gaat de zoom niet uitrekken, wanneer het band is opgenaaid Voorbereiden van de naaimachine
Differentieel: op ‘N’ positie Naalden: gebruik 1 of 2 naalden, dat hangt af van de bandwijdte Steeklengte: op N Draadspanning: op standaard
Inrijgen van het band:
Blindzoomvoet TB-108 (Blind hem/lace-foot) Blindzomen 1. Stel de machine in op een 3-draads overlocksteek en verwijder de rechter naald. 2. Vervang de normale voet door de blindzoomvoet. 3. De volgende instellingen worden aanbevolen: steekbreedte 5 mm. steeklengte 3-4 mm draadspanning standaard. 4. Ga nu als volgt te werk: 4.1 / (fig.1) Vouw de zoom in de gewenste breedte. Vouw de zoom terug naar de goede kant van de stof, waarbij u een onscherpe vouw creëert aan de verkeerde kant van de stof. 4.2 / (fig. 2) Plaats de stof onder de voet (1) met de verkeerde kant naar boven. Geleidt de stofvouw langs de geleideveer (3) en laat het voetje zakken. Probeer enkele steken met de hand op een proeflapje en verstel de geleideveer tot de naald precies in de vouw steekt. De geleideveer is te verstellen door aan het schroefje (2) bovenop de voet te draaien. 4.3 / (fig. 3) Zorg ervoor dat tijdens het naaien de rand altijd langs de geleider gaat. De buitenste rand wordt afgesneden. (fig. 2) Wanneer u de zoom terug vouwt moeten de steken aan de goede kant van de stof bijna onzichtbaar zijn. blindzoom
Elastiekvoet TB-112 (Elastic foot) De elastiekvoet geleidt het elastiek en oefent tegelijkertijd druk uit op het elastiek met de afstelbare spanrol waarmee u de elasticiteit van het elastiek kunt instellen.
Parelbandvoet TB-111 (Bead/Sequin-foot) 1. Verwijder de rechternaald (fig. 1) en schakel het bovenmes uit. (fig. 2) 2. Vervang de normale voet door de parelbandvoet. 3. Het instellen van de machine. Stel de gewenste steeklengte in zoals geïllustreerd in fig. 3 (a) of (b). Bijvoorbeeld 4 mm. steeklengte wil zeggen 4 mm. voor afstand (a)of (b). Stel de steekbreedte in tussen 3 en 5 mm. Pas de draadspanning als volgt aan:
*zie voor het aanpassen van de draadspanning ook de handleiding 4. De stof. 1. Vouw de stof precies om waar u het band wilt hebben. 2. Plaats de stof zo dat de naald net aan in de gevouwen rand steekt. De rand moet tegen de geleider aan liggen (D). 3. Draai schroef (E) los en schuif de geleider zodanig op dat er tussen de naald en de rand van de stof 1 tot 1,5 mm. ruimte ontstaat. 5. Het naaien van de parels: Plaats het parelband in het voorste gedeelte van de geleidertunnel (F). 6. Proef naaien: a. Draai aan het handwiel tot de parels volledig door de tunnel heen zijn. b. Naai met lage snelheid en blijf de stof en het band met uw hand vasthouden. c. Leg een knoop in de draden aan het begin en aan het eind van het stiksel. Let op: De draadspanning kan al snel te los zijn, zeker bij kleine parels. Het is dus beter om de beweegbare stekentong terug te trekken. Gebruik de rechternaald voor kleine parels.
Paspel- koordvoet TB-113 (Cording foot) 1. Kies een 3-draads of een 4-draads steek voor deze toepassing. Als u voor 3 draden kiest, gebruik dan de linker naald en verwijder de rechter naald. 2. Afstellen van de machine a. Zet de steeklengte op 3 mm. b. Zet de steekbreedte bij 3-draads op 3-4 mm; bij 4-draads op 5-6 mm. c. stel de draadspanningen in voor de gewone overlocksteken als aangegeven in de gebruiksaanwijzing van uw machine. 3. Stof en paspelband a. Doe het paspelband tussen twee lagen stof en positioneer de hoeken van de stof als aangegeven in de tekening. Laat het paspelband 3 cm aan de achterkant uitsteken om een duurzaam stiksel te verkrijgen. De goede kant van de stof moet aan de binnenkant zitten. b. Plaats de stof met het paspelband onder de voet met het band in de sleuf van de voet (D) en begin te naaien. 4. Naaien a. Geleid de stof en het paspelband met de hand tijdens het naaien door de machine. b. Na het naaien vouwt u de stof open (tekening 4). Tips: a. Het is handig de stof en het band voor u gaat naaien eerst te rijgen. b. Het is moeilijk paspelband in een scherpe hoek te naaien. c. Als het paspelband te breed is moet u het op breedte knippen voor u het gaat naaien.
Rimpelvoet TB-114 (Shirring foot) 1. Instelling van de machine: Alle draadspanningen: 4, Differentieel transport: 2.0, Steeklengte: 4 2. Vervang de gewone naaivoet door de rimpelvoet. 3. Knip beide stoflagen ongeveer 1,5 cm van de rand 4 cm in. Druk de voorkant van de voet iets omhoog. 4. Doe de stof die gerimpeld moet worden onder de voet (2). Doe de stof die vlak moet blijven onder de voet via de metalen geleider (1). Duw de stof tot aan het ingekuipte deel voorbij de naald en laat vervolgens de voet zakken. 5. Draai het handwiel naar u toe en maak 4-5 steken in de stof zodat u er zeker van bent beide stoflagen te naaien. 6. Naai nu met de machine en gebruik beide handen om de stof te geleiden. Een voor de bovenste stoflaag en een voor de onderste stoflaag. Houd er rekening mee dat de onderste stoflaag sneller gaat dan de bovenste. Tekening: 1. Stoflaag die vlak blijft. 2. Stoflaag die rimpelt.
met
dank aan:
of hier:
|